Fuchsia procumbens
Voor het eerst beschreven door:
Richard Cunningham
Gepubliceerd in:
Annals of Natural History, London 1839
Herkomst:
Nieuw Zeeland, noordelijk deel van het Noordelijk Eiland
Groeiomstandigheden:
Hij komt voor in de lagere kuststreken. Op de steenachtige stranden, in vochtige tot moerassige duinpannen als graslandbewoner. Maar ook langs de rand van zoutmoerassen, zelfs op plaatsen die tijdens een springvloed worden overstroomd; ook daar tussen grof gras en lagere bosjes. Helaas is hij in het wild heel zeldzaam geworden.
Synoniemen:
F.kirkii Hooker (1871)
Groeivorm:
Het is een kruipende plant die alleen wat omhoog komt als hij steun krijgt.
Uiterlijk:
Een veel vertakkende kruipende plant waardoor een wirwar van liaanachtige stengels(tot 6 mm. dik en wel tot 2 meter lang) ontstaat met lichtgroene, hartvormige blaadjes. Waar de stengels op de grond liggen kunnen ze ook weer heel gemakkelijk wordtel schieten. De bladeren zitten afwisselen en zijn tot bijna 3 cm. in doorsnee en naar de top steeds kleiner wordend. De bloemen staan rechtop en hebben een heel opvallende kleur met veel geel. De kelkbuis is geel, de kelkbladen zijn groenig geel met een bruinpaarsige onderkant en de kroonbladen zijn er niet. De helmdraden zijn rood, de helmknopjes geel en het stuifmeel blauw. Schitterend. De bessen zijn groot (2 cm.lang en 1,2 cm.breed) uitgerijpt rozerood, vaak met een witachtig waslaagje. Er komen mannelijke, vrouwelijke en tweeslachtige bloemen voor(trioecisch).
Opmerkingen:
In 1867 vond Thomas Kirk een nieuwe "species" met grotere bloemen dan F.procumbens op een van de eilanden van Nieuw Zeeland; maar F.kirkii is alleen maar F.procumbens met alleen mannelijke bloemen.
F.procumbens is er in een aantal varianten. F.procumbens 4626 bloeit heel rijk maar is geen weelderige groeier. F.procumbens var.argenta heeft grijsgroen met creme blad. F.procumbens var.wirral heeft bont(groen met wit en rood) blad
Vroeger behoorde F.procumbens met de andere Nieuw-Zeelandse soorten tot de Sectie Skinnera, maar hij is door Paul Berry nu in een aparte Sectie ondergebracht. De naam procumbens betekent neerliggend of naar voren uitstrekkend.
